1,5 meter afstand houden is inmiddels onze belangrijkste leefregel. Maar volgens de Duitse hoogleraar vloeistoffysica Detlef Lohse is die regel gebaseerd op een volstrekt achterhaalde theorie, en kunnen kleine druppeltjes met virusdeeltjes zich veel verder verspreiden.

Om een snelle verspreiding van het coronavirus te voorkomen, blijft de overheid erop hameren: hou 1,5 meter afstand van elkaar.

Er wordt inmiddels zelfs gesproken over een 'anderhalvemetersamenleving' en een 'anderhalvemetereconomie'.

Het idee daarachter is dat de druppels met virusdeeljes die een besmette persoon uitstoot, niet verder komen dan 1,5 meter.

Het gaat dan om druppels die worden uitgeademd, maar ook om druppels die vrijkomen bij hoesten of niezen, wanneer iemand niet op tijd de arm voor de mond heeft.

Op dat punt schiet de anderhalvemeterregel tekort, stelt Detlef Lohse (DE), druppeldeskundige aan de Universiteit Twente.

Wanneer iemand in de lucht hoest of niest, ben je zelfs op 5 meter afstand niet per se veilig, schrijft hij in een artikel in natuurkundig tijdschrift Physik Journal.

Werkbaar

Viroloog Steven Van Gucht van het Belgische gezondheidsinstituut Sciensano reageerde eerder al op het onderzoek. ‘Misschien dat enkele druppeltjes inderdaad een grotere afstand afleggen dan die anderhalve meter, maar in elk geval is dat wel een werkbare en effectieve afstand’, zegt hij.

Mark van Ranst, viroloog aan de KU Leuven, sloot zich daar in het programma De Afspraak bij aan. ‘Je moet een maatregel nemen die je kunt nemen.

Bij 8 meter stopt elke vorm van interactie’, zegt hij. ‘De deeltjes kunnen verdergaan dan 1,5 meter, maar het grootste deel ervan en het besmettingsrisico zitten in die eerste, 1,5 meter.’ 

Bron : New Scientist/Yannick Fritschy.